Logica in behandelen van posttraumatische pijn
De pijn bij de posttraumatische dystrofie is gemeen en moeilijk te behandelen. Er zijn in de medische tijdschriften veel studies gepubliceerd naar wat de beste pijnstilling zou kunnen zijn, maar om eerlijk te zijn, is er niets dat echt een baken in zee kan zijn. Wat is nu de logica in het behandelen van deze lastige pijn?
Door een vooraanstaand kenner van de CRPS, dr Stephen Bruehl van de Vanderbilt universiteit in de VS, werd daarom ook gesteld dat er geen duidelijke pijnstilling aangegeven kan worden, en dat men daarom veelal zoekt naar hele dure en lastige vormen van behandelen, zoals pijnstillers via een pompje in het ruggenmergsgebied, of operatieve zenuwstimulatie, maar die methoden zijn ook niet bewezen effectief. En zeker niet altijd veilig, want na operatie of ingebracht pompje kunnen we ook complicaties zoals infecties ontstaan.
Bruel merkt op dat daarom de behandeling van de posttraumatische pijnpatient moeilijk is, heel duur vaak en soms gepaard gaat met lastige complicaties.
Daarom volgen wij een nieuwe benadering waarbij de veiligheid van de patient voorop staat.
Hier wat Bruel ervan vindt:
CRPS is one of the more challenging chronic pain condi-tions to treat successfully. There is no definitive medical treatment, and clinical trials have failed to support the efficacy of many commonly used interventions.
Because of the absence of other effective medical treatments, invasive and expensiive palliative interventions are often used, such as spinal cord stimulation and intrathecal drug delivery systems, contributing to the high costs of managing CRPS.
Dr Bruehl wees er in zijn artikel op dat posttraumatiache dystrofie waarschijnlijk vanaf het begin al veel meer aanwezig is, dan alleen in de pijnlijke gezwollen hand of voet of ander deel van ons lijf, omdat veranderingen aangetroffen zijn in het onwillekeurige zenuwstelsel aan de rechter en de linker kant van ons lijf na het optreden van de dystrofie.
Dat maakt het voor ons ook beter begrijpelijk dat posttraumatische dystrofie soms zich uitbreidt naar de andere kant van het lichaam.
Ook melde dr Breuhl dat in veel gevallen vanaf het begin er een duidelijke stoornis en afname is van de kleine zenuwvezeltjes die meteen onder en in de huid liggen, de intraepidermale vezels. Dan zjn er in andere studies gevonden dat de in de huid liggende C en A-delta vezels die pijn geleiden, ook die aangedaan zijn. Dat geldt zowel voor CRPS type 2 waar een zenuwbeschadiging het begin van de posttraumatische dystrofie is, als voor CRPS tyoe 1, die soms zelfs uit de heldere hemel lijkt te komen vallen.
Dat heeft ons ertoe gebracht om onze creme's te ontwikkelen, zodat we meteen deze dunne zenuwvezels in de huid, die de pijn geleiden tot rust kunnen brengen.
Verder geeft Bruel aan dat er bij posttraumatische dystrofie duidekijk tekenen van ontsteking zijn, onder anderen met een toename van de mestcellen en andere ontstekingscellen en toename van ontstekingsmoleculen, zoals TNF- alfa en bepaalde zogenaamde interleukines.
Vooral hetTNF-alfa speelt vermoedelijk een belangrijke ziekmakende rol. Dat heeft ons ertoe gebracht om naast de lokale anti- pijncreme's een natuurlijke stof te geven, een supplement met vrijwel geen bijwerkingen heeft, het lichaamseigen palmitoylethanolamide.
Dit middel brengt de mestcellen tot rust en remt ook de TNF- alfa produktie.
Behandeling CRPS: veiligheid voorop
Aansluitend op wat Bruehl stelt, hebben we in ons instituut een behandelingsprotocol ontwikkeld voor CRPS pijnen, waar de veiligheid en de werkzaamheid voorop staat. Daarom beginnen we altijd met onze pijnstillende creme's, zoals de ketamine en de baclofen creme, samen met het middel PEA.
Dan brengen we de huidzenuwen tot rust, die dan minder of geen pijnprikkels doorgeven, en we brengen de ontsteking tot rust, met minder TNF-alfa en minder geactiveerde ontstekingscellen.
Bron: An Update on the Pathophysiology of Complex Regional Pain Syndrome by Stephen Bruehl, Anesthesiology. 2010 Sep;113(3):713-25. Review.