Posttraumatische dystrofie: een aangrijpend patientenverhaal - Knieoperatie leidt tot posttraumatische dystrofie
De knieoperatie die niet echt goed bleek te gaan
Het is 12 maart 1993, mijn ouders brengen mij naar het ziekenhuis. We melden ons aan, en al gauw word ik op zaal gebracht. Er ligt nog een jonge jongen die een ongeluk heeft gehad en die heeft ook een mankement aan zijn knie. 's Middags moet ik mij verkleden voor de operatie en ik krijg een pilletje om rustig te worden, en even later halen ze me op. Als ik vlak bij de operatiekamer kom is daar de orthopeed die me gaat opereren. Hij zal een kruis op mijn rechter voet zetten. De orthopeed zegt: Deze is het die geopereerd moet worden of niet? Nee, zeg ik, mijn linker, en hij lacht even, een grapje dus.
Dan word ik de operatiekamer binnen gebracht, ze geven me een narcosespuit en ik moet tot tien tellen wat ik natuurlijk niet haal. Ook is mijn fysiotherapeut bij de operatie, daar had ik toestemming voor gegeven. Nou liever dat hij de operatie ziet dan ik, maar oké als hij het leuk vindt. 's Middags een uur of drie word ik wakker, mijn voet ligt in een spalk maar nog niet in het gips. Ik ben erg beroerd, maar al gauw komen mijn ouders. Ze geven me druiven om op te eten, maar al gauw geef ik over, dat kan ik dus nog niet hebben. De rest van de dag slaap ik veel.
De volgende dag wordt mijn voet in spalkgips gezet, dat is wel pijnlijk moet ik zeggen. Maar ja wat wil ik ook de operatie was gisteren. Eindelijk komt mijn vriend op bezoek, hij studeert door de week in Apeldoorn, en is weer in Friesland aangekomen. Ik ben blij dat hij er is, ook zijn broertje en zijn vriendin zijn er bij. Ze vragen hoe het gaat, ik zeg dat ik nog niet veel ben. We praten nog wat over hoe het geweest is in Apeldoorn, en even later gaan ze dan ook weer weg. Er ligt een jongen bij mij op zaal, al met al hebben we toch plezier met zijn tweeën. Hij rookt ook, dus af en toe gaan we samen in de rolstoel om een sigaretje.
De volgende dag vinden we eigenlijk allebei wel dat we wel naar huis kunnen, maar ja we zien onze orthopeed niet in de buurt om het te vragen. Maar dan tegen een uur of vijf 's middags zie ik onze orthopeed verschijnen en we gaan allebei in de rolstoel naar hem toe. Ik vraag hem: zeg dokter mag ik niet naar huis, of ik nou thuis lig of hier dat maakt ook niet uit. Hij kijkt me aan en lacht, ik geloof dat hij het begrijpt. Hij zegt dan ook dat ik naar huis mag, maar rustig aan en ik moet een afspraak maken voor controle. Ik ben zo blij en bel gelijk mijn ouders op, mijn moeder is ook blij voor me en zegt dat mijn vriend er aan komt. De jongen bij mij op de kamer mag ook naar huis.
Eenmaal thuis gekomen belt toevallig mijn fysiotherapeut hoe het is, hij is verbaasd dat ik al thuis ben. Ik zeg dat ik dan ook erg blij ben dat ik weer thuis ben.
Maar de volgende dag wordt mijn knie zo dik, dat mijn moeder de orthopedie van het ziekenhuis belt. De orthopeed is bang dat er trombose in mijn been is gekomen, dus ik moet komen. Ik word nu wel een beetje bang want ik wil niet weer in het ziekenhuis blijven. Eenmaal in het ziekenhuis aan gekomen zijn we ook zo aan de beurt, gelukkig is het geen trombose, we moeten de knie goed hoog neer leggen, zodat het vocht weg kan. Als ik de knie omhoog leg de komende dagen merk ik dat het beter gaat met de knie. Al met al gaat het weer wat vooruit, maar ik blijf veel pijn houden.
Ik ga nu zo langzamerhand al een jaar voor controles maar de knie blijft dik en is rood en erg warm en zeer pijnlijk. Ook wil de spierkracht in mijn been niet vooruit gaan. Ik word nog naar een andere fysiotherapeut gestuurd, we proberen van alles, maar de knie blijft dik. Na acht behandelingen vertrouwt de fysiotherapeut het niet en hij stuurt me weer naar de orthopeed.
Commentaar:
een knie die gezwollen blijft, dik, rood en warm en zeer pijnlijk, bijna een jaar na het ongeval is erg verdacht voor 'niet pluis'.
Deze is er niet dus bekijkt een andere orthopeed mijn knie. Deze orthopeed denkt dat het aan de meniscus ligt. Er wordt contrastvloeistof onder mijn knieschijf gespoten, maar het is niet de meniscus. Wanneer mijn eigen orthopeed terug is besluit hij dat de schroef en krammen in mijn knie er maar uit moeten, volgens hem is daarom de knie steeds zo geïrriteerd. Dit gaat dan ook gebeuren.
De operatie van de knie
De orthopeed haalt via een kijk operatie de schroef en de krammen er uit. Na de operatie komt de orthopeed bij me en vertelt mij wat er met mijn knie aan de hand is. Hij zegt: Het is meer een last dan een aandoening. De orthopeed stuurt mij eerst naar huis met paardenpijnstillers zoals hij dit noemt, het zijn zetpillen, en ook moet ik weer op krukken lopen, en ik moet rust nemen. Op weg naar huis halen we deze pijnstillers dan ook op bij onze huisarts. Als ik de pijnstillers dan in doe word ik even later heel erg ziek, ik word zo beroerd als een kat. Ik blijk niet over de pijnstillers te kunnen, en de huisarts schrijft mij andere pijnstillers voor. De komende weken voordat ik weer naar de orthopeed moet heb ik erg veel pijn. Ik snap er ook niets van, hij zei “het is meer een last dan een aandoening”
De knie blijft ook erg dik, en ik ben dan ook blij dat ik 3 november weer naar de orthopeed kan. Als we in het ziekenhuis aan komen zijn we snel aan de beurt.
Posttraumatische dystrofie: de diagnose valt en morfine begint
De orthopeed vertelt mij dat ik posttraumatische dystrofie in mijn knie heb en dat hij mij wil op nemen. Ze willen mij via de rug morfine toedienen, en dan willen ze een aantal keren per dag mijn been in een CPM apparaat leggen zodat de knie wat kan buigen. Op deze manier hopen ze dat het wat op gaat knappen. En de opname is a.s. maandag al.
Ik vraag hem hoe je zo maar posttraumatische dystrofie kan krijgen. Hier kan hij niet echt een antwoord op geven. Ik ga naar huis met een rot gevoel, een opname zie ik niet zitten, maar ja de arts zal het wel weten.
Deze maandag dat ik word opgenomen doet een anesthesist een slangetje in mijn rug waar de morfine door heen moet gaan. Ik mag de komende weken niet van bed af omdat mijn beide benen verdoofd zijn door de morfine. Ik moet zeggen dat dit wel fijn is, want ik heb bijna helemaal geen pijn meer. Het zijn zware weken, maar door de vele visite kom ik door de weken heen.
Na deze weken slankt de knie wel af, en er word mij na twee weken opname verteld dat ik nog een lange weg heb te gaan. Eerst moet ik acht weken op krukken, en zo langzamerhand moet ik mijn been weer wat belasten. De komende weken krijg ik ook elke dag therapie in het ziekenhuis, maar als we weer beginnen te belasten zet de knie weer enorm op. Dus we gaan weer volledig op krukken. Na verloop van tijd proberen we weer te belasten, maar het gaat weer mis.
De knie wordt weer heel erg dik en rood en warm, en de pijn is ook heel erg. De orthopeed stelt voor om een brace van mijn lies tot en met mijn enkel om mijn been te doen. Eerst word er gips om mijn been gedaan, en een dikke week later krijg ik de brace om mijn been.